afschatten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afschatten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·schat·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
afschatten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afschatten |
schatte af |
afgeschat |
zwak -t | volledig |
- het maken van een schatting
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord afschatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.