aforisme
Uiterlijk
- afo·ris·me
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘korte spreuk’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
- Via het Middeleeuws Latijnse aphorismus van het Ougriekse ἀφορισμός, wat weer teruggaat tot ἀφορίζω met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aforisme | aforismen, aforismes |
verkleinwoord |
het aforisme o
- (letterkunde) korte spreuk met een kernachtige boodschap
1. korte spreuk met een kernachtige boodschap
- Het woord aforisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aforisme" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aforisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be