afloden
Uiterlijk
- af·lo·den
- samenstelling van af bw en loden ww
afloden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afloden |
loodde af |
afgelood |
zwak -d | volledig |
- (waterbeheer) (scheepvaart) met een dieplood de diepte van een water bepalen
- (bouwkunde) bepalen van een loodlijn
- afwachtend, verborgen, stil een situatie waarnemen om op basis van die waarneming te handelen
- [1] afdiepen
1. met een dieplood de diepte van een water bepalen
- Het woord 'afloden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afloden" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 34 %
- Prevalentie Vlaanderen 39 %