affluiten
Uiterlijk
- af·flui·ten
- samenstelling van af bw en fluiten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
affluiten /'ɑflʌʏtə(n)/ |
floot af /flot 'ɑf/ |
afgefloten /'ɑf.xə.flo.tə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
affluiten
- overgankelijk een spel met een fluitsignaal tot stilstand brengen
- Die gemene overtreding werd onmiddellijk afgefloten.
- Het woord affluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "affluiten" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 85 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %