adjunct-hoofdredacteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·junct-hoofd·re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adjunct-hoofdredacteur adjunct-hoofdredacteuren
adjunct-hoofdredacteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de adjunct-hoofdredacteurm

  1. (beroep) plaatsvervanger van de hoofdredacteur
    • Deze zomer nam VI opnieuw afscheid van een aantal redactieleden: de adjunct-hoofdredacteur (stapte zelf op), twee eindredacteuren, twee videomedewerkers en een vormgever. De huidige hoofdredacteur Christiaan Ruesink, op 1 mei 2016 aangetreden, ligt al geruime tijd onder vuur. Vanuit de redactie zijn meerdere moties van wantrouwen tegen hem ingediend.[1] 
    • Tatjana Felgenhauer, de adjunct-hoofdredacteur van het Russische radiostation Echo of Moskou, is door een onbekende aanvaller in haar nek gestoken op haar werkplek in de Russische hoofdstad.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia Dennis Jansen 26-OKTOBER-2017 Voetbal International in de verkoop
  2. Tubantia Sonny in 't Zandt 23-OKTOBER-2017 Russische radiojournaliste in nek gestoken, aanvaller gepakt