adhesie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·he·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantrekkingskracht’ voor het eerst aangetroffen in 1820 [1]
- Komt van het Latijnse woord adhaesio, wat aanhechting betekent [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adhesie | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
adhesie v
- (medisch) een vergroeiing van organen
- (natuurkunde) onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding
- (natuurkunde) grip
Verwante begrippen
- [2], [3] cohesie
Vertalingen
1. een vergroeiing van organen
2. onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding
Gangbaarheid
- Het woord adhesie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "adhesie" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "adhesie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ adhesie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %