adderen
Uiterlijk
- ad·de·ren
- afgeleid van het Latijnse 'addere'
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
adderen |
addeerde |
geaddeerd |
zwak -d | volledig |
(als werkwoord)
addéren overgankelijk
- optellen
- (scheikunde) (nieuwe moleculen) vormen uit de samenvoeging van twee bestaande moleculen
- zie optellen
de adderen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord adder
- Het woord 'adderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal