academica
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aca·de·mi·ca
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van academicus met het achtervoegsel -a
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | academica | academica's academicae |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de academica v
- een vrouwelijk persoon met een academische opleiding
- Zij was een beroemde academica op die universiteit.
Vertalingen
1. een vrouwelijk persoon met een academische opleiding
Gangbaarheid
- Het woord academica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "academica" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be