aardvork
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·vork
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardvork | aardvorken |
verkleinwoord | aardvorkje | aardvorkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) ijzeren vork met twee tanden, om zoden te kunnen verwerken
Gangbaarheid
- Het woord 'aardvork' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.