aantoonbaarheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aantoonbaarheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·toon·baar·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleding aantoonbaar met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aantoonbaarheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aantoonbaarheid v

1. het kunnen bewijzen dat een bepaalde bewering juist is

Synoniemen

• bewijsbaarheid

Vertalingen

    1. het kunnen bewijzen dat een bepaalde bewering juist is   

Engels: demonstrability (en)

Gangbaarheid

• Het woord aantoonbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.