aanschakelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·scha·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en schakelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanschakelaar | aanschakelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanschakelaar m
- (elektrotechniek) toestel waarmee men een elektrische stroom kan laten stromen zodat een apparaat gaat werken
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aanschakelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.