aanlandplicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·land·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanlandplicht aanlandplichten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanlandplichtv / m

  1. (juridisch) (visserij) de verplichting om alle gevangen vis aan land te brengen
     "Tot vorige week zag het er allemaal nog redelijk uit, daarna is het gaan kantelen. Dit besluit is dramatisch en dient alleen de belangen van Franse vissers die achterhaalde technieken gebruiken. Na de aanlandplicht en de komende brexit kan de visserij dit er niet bij hebben", aldus De Bat.[1]
     EU-lidstaten en de Europese Commissie hebben in Brussel een akkoord bereikt over de visquota voor komend jaar. Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken zegt dat voor Nederland belangrijke afspraken zijn gemaakt, maar wijzigingen rond de zogeheten aanlandplicht kreeg hij niet voor elkaar.[2]
     Staatssecretaris Martijn van Dam (Landbouw en Visserij) heeft in Brussel om uitstel van de aanlandplicht gevraagd. Met de invoering van de aanlandplicht moeten vissers vanaf 1 januari alle bijvangst meenemen naar land en mogen ze het niet meer terug gooien in zee.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Teleurgestelde pulsvissers zien 'gitzwarte uitkomst'” (Dinsdag 16 januari 2018, 19:08), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Nederlands protest tegen aanlandplicht vissers vruchteloos” (Woensdag 16 december 2015, 02:54), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Staatssecretaris Van Dam vraagt om uitstel aanlandplicht” (Maandag 14 december 2015, 20:49), NOS