aankoopbon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·koop·bon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoopbon aankoopbonnen
aankoopbons
verkleinwoord aankoopbonnetje aankoopbonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de aankoopbonm

  1. (handel) papieren bewijs dat men een bepaald product gekocht heeft en men ontvangt na het betalen van de prijs
     Klanten die het product niet willen gebruiken, kunnen de peertjes terugbrengen en hun geld terugkrijgen. Een aankoopbon is niet nodig.[1]
     Hij vraagt daarom iedereen nog eens op zolder of in de kelder te zoeken naar oude kasboekjes of bijvoorbeeld de aankoopbon van de eerste auto en die op te sturen naar Kasboekje van Nederland aan de Universiteit Utrecht.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 oktober 2021 Weblink bron “Ontvlambare stoofpeertjes terug” (14-12-2012), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 oktober 2021 Weblink bron “Gezocht: oude loonzakjes en voedselbonnen voor het Kasboekje van Nederland” (04-10-2017), NOS