aangelegd
Uiterlijk
- aan·ge·legd
- vervoeging van aanleggen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gelegd ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aangelegd | ||
verbogen | aangelegde | ||
partitief | aangelegds | - | - |
aangelegd
- een aanleg hebben tot
vervoeging van: | aanleggen… |
verbogen vorm: | aangelegde |
aangelegd
- voltooid deelwoord van aanleggen
- Het woord aangelegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangelegd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %