Zirkel
Duits
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Latijn circulus “kringetje”, een verkleinvorm van circus. [1]
- [3] Beïnvloed door Frans cercle “kring, groep van mensen”.
Woordafbreking
- Zir·kel
Zelfstandig naamwoord
Zirkel m
- passer
- (meetkunde) cirkel (zelden)
- (figuurlijk) kring van mensen
Eigennaam
Zirkel m
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Zirkel in: Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de