bezorgen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tvdm (overleg | bijdragen)
Fix
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie punt
Regel 8: Regel 8:
{{-verb-}}
{{-verb-}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ditr|lang=Nederlands}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren.
#{{ditr|lang=Nederlands}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''.}}
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''.}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}

Versie van 8 sep 2010 07:13

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zor·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezorgen
bezorgde
bezorgd
zwak -d volledig

Werkwoord

bezorgen

  1. ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
    • Hij kreeg een groot pak bezorgd. 
Vertalingen