bezorgen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie definities
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie definities
Regel 9: Regel 9:
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ditr|lang=Nederlands}} ''iemand iets'': bij iemand aan huis afleveren.
#{{ditr|lang=Nederlands}} ''iemand iets'': bij iemand aan huis afleveren.
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''}}
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''.}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|1. bij iemand aan huis afleveren}}
{{trans-top|1. bij iemand aan huis afleveren}}

Versie van 11 feb 2010 21:00

Nederlands

Uitspraak
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezorgen
bezorgde
bezorgd
zwak -d volledig
Woordafbreking
  • be·zor·gen

Werkwoord

bezorgen

  1. ditransitief iemand iets: bij iemand aan huis afleveren.
    • Hij kreeg een groot pak bezorgd. 
Vertalingen