verheugen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Standaardisatie definities |
Toevoeging langparameter, Replaced: {{pref|ver-}} → {{pref|ver-|lang=Nederlands}}, met AWB |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}--> |
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}--> |
||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
*Afgeleid van [[heugen]] {{pref|ver-}} |
*Afgeleid van [[heugen]] {{pref|ver-|lang=Nederlands}} |
||
{{-syll-}} |
{{-syll-}} |
||
*ver·heu·gen |
*ver·heu·gen |
Versie van 8 nov 2009 16:12
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- ver·heu·gen
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verheugen |
verheugde |
verheugd |
zwak -d | volledig |
verheugen
- wederkerend zich ~: blijdschap ervaren.
- Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
- wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets.
- Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
- overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden.
- Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje.
Vertalingen
1. zich ~: blijdschap ervaren
2. zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets