verheugen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie definities
Regel 2: Regel 2:
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}-->
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*Afgeleid van [[heugen]] {{pref|ver-}}
*Afgeleid van [[heugen]] {{pref|ver-}}
Regel 8: Regel 9:
{{-verb-}}
{{-verb-}}
{{-nlstam-|verheugen|verheugde|verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
{{-nlstam-|verheugen|verheugde|verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{refl}} ''zich ~'': blijdschap ervaren.
#{{refl}} ''zich ~'': blijdschap ervaren.
#:''Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.''
{{bijv-1|Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.}}
#{{refl}} ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets.
#{{refl}} ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets.
#:''Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.''
{{bijv-1|Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.}}
#{{ov}} ''iemand ~'' vreugde bereiden
#{{ov}} ''iemand ~'' vreugde bereiden
{{bijv-1|Hij '''verheugde''' zijn moeder met een onverwacht bezoekje.}}
{{bijv-1|Hij '''verheugde''' zijn moeder met een onverwacht bezoekje.}}

Versie van 30 aug 2009 08:58

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • ver·heu·gen

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verheugen
verheugde
verheugd
zwak -d volledig

verheugen

  1. wederkerend zich ~: blijdschap ervaren.
    • Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde. 
  2. wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets.
    • Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek. 
  3. overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden
    • Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje. 
Vertalingen