Spaanstalige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Spaans·ta·li·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Spaanstalig met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Spaanstalige | Spaanstaligen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand met Spaans als moedertaal
Vertalingen
1.
Bijvoeglijk naamwoord
Spaanstalige
- verbogen vorm van de stellende trap van Spaanstalig
Gangbaarheid
- Het woord Spaanstalige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.