Santiagoër
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Santiagoër (hulp, bestand)
Woordafbreking
- San·ti·a·go·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Santiagoër | Santiagoërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Santiagoër m
- (demoniem) een inwoner van Santiago, of iemand afkomstig uit Santiago
Verwante begrippen
Demoniemen bij Santiago in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Santiagoër • inwoonster: Santiagose • bijvoeglijk: Santiagoos |
Gangbaarheid
- Het woord 'Santiagoër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.