Riemse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Riem·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Riemse | (Riemsen) |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Riemse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Rieme, of een vrouw afkomstig uit Rieme
Verwante begrippen
Demoniemen bij Rieme in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Riemenaar • inwoonster: Riemse • bijvoeglijk: Riems |
Bijvoeglijk naamwoord
Riemse
- verbogen vorm van de stellende trap van Riems
Gangbaarheid
- Het woord 'Riemse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.