Nijmegenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Nijmegenaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Nij·me·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Nijmegenaar | Nijmegenaren Nijmegenaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Nijmegenaar m
- (demoniem) een inwoner van Nijmegen, of iemand afkomstig uit Nijmegen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Nijmegen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Nijmegenaar • inwoonster: Nijmeegse • bijvoeglijk: Nijmeegs |
Gangbaarheid
- Het woord Nijmegenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.