Kotel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ko·tel
Woordherkomst en -opbouw
- van Hebreeuws כֹּתֶל (kotel) "muur", (verkorting) van Hakotel Hamaäravi "westelijke muur", omdat alleen de muur aan de westkant van het vroegere joodse tempelcomplex nog resteert [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kotel | - |
verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
de Kotel m
- (Jiddisch-Hebreeuws) Westmuur, overgebleven deel van het vroegere joodse tempelcomplex op de Tempelberg in Jeruzalem, voor joden heilige plaats
Synoniemen
- Hakotel Hamaäravi (onverkort)
- Hakotel (verkorting)
- Klaagmuur (meer bekende benaming)
- Westmuur (meer zakelijke benaming)
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'Kotel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.