Fietsersbond

Niet te verwarren met: fietsersbond

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Fietsersbond    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Fiet·sers·bond

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  fietser zn  en  bond zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Fietsersbond
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Fietsersbond m

1. naam van de vereniging van fietsers die opkomt voor de belangen van fietsers

   ▸ Het Utrechtse Smakkelaarsveld is het drukste fietspad van Nederland, blijkt uit onderzoek van de Fietsersbond. Bij de eerste 'fietstelweek' vorig jaar kwam deze plek ook al als drukste uit de bus.

   ▸ "Een interessante ontwikkeling", zegt Martijn van Es van de Fietsersbond. "Het past in een trend om alleen voor het gebruik te betalen. Denk maar aan Greenwheels en de groei van het leasen van e-bikes."

Gangbaarheid

• Het woord Fietsersbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.