Concertgebouworkest

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Concertgebouworkest    (hulp, bestand)
• IPA: / kɔnˈsɛrtxəˌbɑuwɔrˌkɛst / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• Con·cert·ge·bouw·or·kest

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Concertgebouw en  en  orkest zn ; sinds het honderdjarig bestaan in 1988 is de officiële naam Koninklijk Concertgebouworkest

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Concertgebouworkest	-
verkleinwoord	-	-

Eigennaam

Concertgebouworkest o

1. (muziek) symfonieorkest in Amsterdam

   ▸ Stiekem droom ik ervan ooit zelf in het Concertgebouworkest te mogen spelen.

• 
  1. Het Concertgebouworkest in het Concertgebouw (2008)
• 
  1. Het Concertgebouworkest in het Concertgebouw (1952)
• 
  1. Logo van het Concertgebouworkest.

Synoniemen

• RCO

Gangbaarheid

• Het woord 'Concertgebouworkest' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.