Bordelese

Niet te verwarren met: bordelaise

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Bordelese    (hulp, bestand)
• IPA: /bɔrdəˈlesə/

Woordafbreking

• Bor·de·le·se

Woordherkomst en -opbouw

• [zelfstandig naamwoord] afgeleid van Bordelees (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -e
• [bijvoeglijk naamwoord] afgeleid van Bordelees (bijvoeglijk naamwoord) met de uitgang -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Bordelese	Bordelesen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Bordelese v

1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bordeaux, of een vrouw afkomstig uit Bordeaux

   • Zij was een geboren Bordelese, net als haar moeder en grootmoeder. 

Synoniemen

• Bordeauxse

Verwante begrippen

Demoniemen bij Bordeaux in het Nederlands
inwoner: Bordelees • inwoonster: Bordeauxse, Bordelese • bijvoeglijk: Bordeauxs, Bordelees

Bijvoeglijk naamwoord

Bordelese

1. verbogen vorm van de stellende trap van Bordelees

   • De Fémina van Louise Bellocq, La Porte Retombée, vertoont de praatziekte van Kern in een vrouwelijke toon, over twee zusters en een broer uit een aanzienlijke Bordelese familie die in twintig jaar lelijk achterop zijn geraakt en bijeenkomen in het ouderlijk huis om de verkoping te regelen. 

Afgeleide begrippen

• Bordelese pap

Gangbaarheid

• Het woord 'Bordelese' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.