Bijbelkenner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bij·bel·ken·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Bijbelkenner Bijbelkenners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Bijbelkennerm

  1. (religie) iemand die veel kennis heeft over de Bijbel
     Naast hun vrienden kunnen spelers ook EO-presentator Bert van Leeuwen kiezen als tegenstander. Mensen die graag willen spelen moeten nog wel even afwachten: de Social Bijbelquiz gaat 21 oktober online. Na drie rondes wordt dan de grootste bijbelkenner van Facebook gekozen.[2]
     Bijbelkenner wil evolutietheorie onderuit halen in Wierden: In tegenstelling tot veel wetenschappers gelooft Stef Heerema niet zo in de evolutietheorie. De natuurkundige vertrouwt op zijn Bijbelkennis en het scheppingsverhaal.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Grote Bijbelquiz dit jaar ook op Facebook” (19-09-2014), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Jeroen de Kleine
    “Bijbelkenner wil evolutietheorie onderuit halen in Wierden” (11-04-2019), Tubantia