Bagdadder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bag·dad·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bagdadder | Bagdadders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Bagdadder m
- (demoniem) een inwoner van Bagdad, of iemand afkomstig uit Bagdad
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bagdad in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bagdadder • inwoonster: Bagdadse • bijvoeglijk: Bagdads |
Gangbaarheid
- Het woord 'Bagdadder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.