13-polig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 13-po·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen 13-polig
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

13-polig

  1. (elektrotechniek) (van een elektrische aansluiting) met dertien contactpunten
     Mijn auto, bouwjaar 1999, was reeds voorbereid voor de aansluiting van een 13-polig stopcontact.[1]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2022 Weblink bron
    Christian Von Klösterlein
    “ANWB en caravanbranche houden zich van de domme” (12 februari 2005) op nrc.nl op Wikipedia