zwemvlies

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·vlies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemvlies zwemvliezen
verkleinwoord zwemvliesje zwemvliesjes

Zelfstandig naamwoord

het zwemvlieso

  1. (zoötomie), (zwemmen) huidplooi tussen vingers of tenen die het vergemakkelijkt zich bij het zwemmen tegen het water af te zetten
    • Kikkers hebben zwemvliezen tussen hun tenen. 
  2. (schoeisel), (zwemmen) kunststofimitatie van [1] die de mens als verlengstuk van zijn voet kan aandoen
    • Bij het duiken zijn zwemvliezen onontbeerlijk. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be