zwemvlies
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·vlies
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwem ww en vlies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemvlies | zwemvliezen |
verkleinwoord | zwemvliesje | zwemvliesjes |
Zelfstandig naamwoord
het zwemvlies o
- (zoötomie), (zwemmen) huidplooi tussen vingers of tenen die het vergemakkelijkt zich bij het zwemmen tegen het water af te zetten
- Kikkers hebben zwemvliezen tussen hun tenen.
- (schoeisel), (zwemmen) kunststofimitatie van [1] die de mens als verlengstuk van zijn voet kan aandoen
- Bij het duiken zijn zwemvliezen onontbeerlijk.
Vertalingen
1. huidplooi
2. schoeisel
Gangbaarheid
- Het woord zwemvlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zwemvlies" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zoötomie in het Nederlands
- Zwemmen in het Nederlands
- Schoeisel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %