verkeersminister
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·keers·mi·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkeersminister | verkeersministers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de verkeersminister m
- (beroep) (politiek) een minister in een kabinet die zich bezig houdt met verkeer en transport
- De verkeersminister nam maatregelen om het inkomen van mensen in de transportsector te garanderen.