turnzaal

Uit WikiWoordenboek
De turnzaal in paleis Soestdijk op Wikipedia.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • turn·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord turnzaal turnzalen
verkleinwoord turnzaaltje turnzaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de turnzaalv / m

  1. (bouwkunde) (sport) grote ruimte bestemd voor gymnastische oefeningen
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen