trosvlier
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- tros·vlier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tros en vlier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trosvlier | trosvlieren |
verkleinwoord | trosvliertje | trosvliertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) Sambucus racemosa een struik uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae ). De trosvlier staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en sinds 1950 stabiel of toegenomen. De trosvlier komt van nature voor in de koudere en gematigde streken op het hele noordelijk halfrond. De struik wordt tot 6 meter hoog. Het merg in de grijze, gebogen takken is geelachtig bruin
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'trosvlier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] trosvlier in het Nederlands Soortenregister N
- [1] trosvlier op Wikidata
- [1] trosvlier op "Wilde planten in Nederland en België" ♣