trosvlier

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • tros·vlier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trosvlier trosvlieren
verkleinwoord trosvliertje trosvliertjes

Zelfstandig naamwoord

de trosvlierm [1] [2]

  1. (bloemplanten) Sambucus racemosa op Wikispecies een struik uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae op Wikispecies). De trosvlier staat op de Nederlandse Rode lijst van planten op Wikipedia (nl) als algemeen voorkomend en sinds 1950 stabiel of toegenomen. De trosvlier komt van nature voor in de koudere en gematigde streken op het hele noordelijk halfrond. De struik wordt tot 6 meter hoog. Het merg in de grijze, gebogen takken is geelachtig bruin
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen