taxisjåfør

En taxisjåfør.
Een taxichauffeur.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈtæksɪʃɔˈføːɾ /

Woordafbreking

• ta·xi·sjå·før

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden taxi en sjåfør.

Naar frequentie	34520

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	taxisjåfør	taxisjåføren	taxisjåfører	taxisjåførene
genitief	taxisjåførs	taxisjåførens	taxisjåførers	taxisjåførenes

Zelfstandig naamwoord

taxisjåfør, m

1. (beroep), (verkeer) taxichauffeur (mannelijke vorm)

   «For to uker siden mistet en taxisjåfør førerkortet etter en trafikkulykke.»

   Twee weken geleden verloor een taxichauffeur na een verkeersongeval zijn rijbewijs.

2. (beroep), (verkeer) taxichauffeuse (vrouwelijke vorm)

Synoniemen

• drosjesjåfør

Hyperoniemen

• fører
• kjører

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈtæksɪʃɔˈføːɾ /

Woordafbreking

• ta·xi·sjå·før

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden taxi en sjåfør.

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	taxisjåfør	taxisjåføren	taxisjåførar	taxisjåførane

Zelfstandig naamwoord

taxisjåfør, m

1. (beroep), (verkeer) taxichauffeur (mannelijke vorm)
2. (beroep), (verkeer) taxichauffeuse (vrouwelijke vorm)

Schrijfwijzen

• taxisjåfør

Synoniemen

• drosjesjåfør

Hyperoniemen

• førar
• køyrar