tale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·le

Zelfstandig naamwoord

tale

  1. datief vrouwelijk  van taal, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oud-Engelse talu, en is verwant aan het Deense tale, Duitse Zahl, Nederlandse taal en binnen het Engels aan het woord talk.
enkelvoud meervoud
tale tales

Zelfstandig naamwoord

tale

  1. verhaaltje, vertelsel
Afgeleide begrippen


Limburgs

Uitspraak
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tale
taaldje
getaaldj, betaaldj
zwak volledig

Werkwoord

tale

  1. betalen