stabiliteitspact
Uiterlijk
- sta·bi·li·teits·pact
- samenstelling van stabiliteit en pact met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stabiliteitspact | stabiliteitspacten |
verkleinwoord | - | - |
het stabiliteitspact o
- (politiek) in 1997 door de lidstaten van de Europese Unie gesloten pact, waarin afspraken zijn vastgelegd om binnen een bepaalde termijn het begrotingstekort binnen strikte grenzen te houden om de waarde van de euro te garanderen, in december 2011 uitgebreid tot het versterkte stabiliteitspact waarin meer mogelijkheden zijn sancties op te leggen aan de lidstaten
- erg goed heeft het stabiliteitspact niet gewerkt want de waarde van de euro is gestaag gedaald en de begrotingstekorten van de meeste deelnemers zijn de pan uitgerezen
1. in 1997 door de lidstaten van de Europese Unie gesloten pact
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord stabiliteitspact staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.