rumbaue

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈrʊmbauə /

Woordafbreking

• rum·baue

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Duitse werkwoord herumbauen
• Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord baue met het voorvoegsel rum-

vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie rumbaue/vervoeging
onbepaalde wijs	rumbaue
verleden tijd	(er, sie, es) hot rumgebaut
voltooid deelwoord	rumgebaut
	enkelvoud		meervoud
1e persoon	ich	bau rum	mir / mer	baue rum
2e persoon	du	bauscht rum	dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner	baut rum baue rum baue rum baut rum baue rum baue rum
3e persoon	er	baut rum	sie	baue rum
	sie	baut rum
	es	baut rum

Werkwoord

rumbaue

1. overgankelijk renoveren, vernieuwen
2. overgankelijk herscheppen, omvormen

Verwante begrippen

• aabaue
• baue
• iwwerbaue
• nausbaue
• neibaue
• nuffbaue
• uffbaue
• verbaue
• zubaue

Opmerkingen

• Duits:
  • renovieren
  • umgestalten
• Engels:
  • renovate
  • remodel