mestvork
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mest·vork
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mest en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mestvork | mestvorken |
verkleinwoord | mestvorkje | mestvorkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (landbouw) gereedschap om mest te verplaatsen met meestal 4 scherpe tanden en een kortere steel, soms met een handgreep
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord mestvork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mestvork" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be