knoars

Uit WikiWoordenboek

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /kaː.hæ.ˈnoː.wɑrs/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

knoars

  1. (Hooglimburgs) kno-arts
Verbuiging
Opmerkingen
  • Zoals bij alle afkortingen wordt aan het begin van de zin het volledige gedeelte van het woord dat de afkorting is met een hoofdletter geschreven.
Dao kömp de knoars. -> KNOars, waat is det?
Daar komt de kno-arts. -> Kno-arts, wat is dat?