deca-

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Huidig
bestand
34
Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ca-
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudgriekse δέκα (tien), eventueel via het Latijn decem (tien).

Voorvoegsel

deca-

  1. (natuurkunde) een vermenigvuldiginsfactor van tien, 10, weergegeven met symbool da
    • Om de vijf decameter slaan we een paaltje in de grond. 
  2. (scheikunde) gaat in de naam van een verbinding vooraf aan de naam van een atoom of groep waarvan er tien in een molecule aanwezig zijn
    • decahydronaftaleen 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie