bondskanselier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bondskanselier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔntskɑnsəˌlir / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bonds·kan·se·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bondskanselier | bondskanseliers bondskanselieren |
verkleinwoord | bondskanseliertje | bondskanseliertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bondskanselier m
- (regering) Hoofd van de regering in de Bondsrepubliek Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk.
- In het kabinet van de joodse, sociaaldemocratische bondskanselier van Oostenrijk, Bruno Kreisky, die regeerde van 1970 tot 1983, zaten maar liefst vijf ministers met een NSDAP-verleden [1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bondskanselier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Regering in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal