Zwitserland

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

demoniem
inwoner Zwitser
vrouwelijke inwoner Zwitserse
bijvoeglijk Zwitsers
Uitspraak
Woordafbreking
  • Zwit·ser·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zwitserland -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Zwitserland o

  1. (toponiem: land) een soeverein land in het zuiden van Centraal-Europa met als hoofdstad Bern en als officiële talen het Duits, het Frans, het Italiaans en het Reto-Romaans
    • In de winter gaan mensen vaak skiën in Zwitserland. 
Verwante begrippen
Landen in Europa in het Nederlands
AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelgiëBosnië en HerzegovinaBulgarijeDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandGroenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgNoord-MacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkWit-RuslandZwedenZwitserland
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie