binnenzetten

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

binnenzetten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenzetten
zette binnen
binnengezet
zwak -t volledig
  1. overgankelijk iets van buiten naar binnen dragen en dan ergens plaatsen
     Wat betreft bescherming: we dragen handschoenen en komen niet in contact met de klanten. We leggen de boodschappen voor de deur en pas als alles er staat, bellen we aan en nemen we afstand. De klant kan de boodschappen dan binnenzetten.[1]
     ‘Teams die willen trainen hebben een sleutel. Zij moeten na gebruik alle goals en overige materialen weer binnenzetten en de zaak weer afsluiten’ zo valt op de website te lezen.[2]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron “'Ik bezorg ook boodschappen bij kwetsbare ouderen en die wil ik niet besmetten'” (26-04-2020), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 november 2021 Weblink bron
    Han Haveman
    “Hoofdveld De Zweef in zomervakantie afgesloten ter voorkoming van vernielingen: ‘We zitten hier niet te wachten op excessen zoals bij Hulzense Boys’” (15-07-2021), Tubantia