bergbeklimmen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- berg·be·klim·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergbeklimmen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bergbeklimmen o
- (sport) het beklimmen van bergen als sport of liefhebberij
- Gevreesd wordt dat de nog steeds niet gevonden Pool op de ruim 8100 meter hoge berg het leven heeft gelaten, aldus Karrar Haidri van de Pakistaanse vereniging van bergbeklimmers.[2]
- Mensen die de Mount Everest en andere hoge bergen in Nepal willen beklimmen, mogen voortaan niet meer in hun eentje naar boven. Nepal heeft daartoe besloten om het aantal ongevallen onder bergbeklimmers te verminderen. Sinds 1920 zijn zeker tweehonderd mensen op de Mount Everest overleden.[3]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bergbeklimmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bergbeklimmen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 28 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf 30 dec. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be