aanvalslust

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vals·lust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalslust aanvalslusten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvalslustm

  1. (sport), (militair) het verlangen om een tegenstander actief tegemoet te treden in de strijd
     Zo werd de ploeg die tot dat moment de beste kansen kreeg niet beloond voor zijn aanvalslust. Want Paul Gladon (kopbal) en Zian Flemming (van dichtbij) waren ook al gevaarlijk geweest. Tegenvaller voor de thuisclub was ook het wegvallen van de creatieve Mats Seuntjens, vlak voor de wedstrijd.[1]
     De aanvalslust van de Duitsers ging ook na het doelpunt niet liggen. Onder anderen Kingsley Coman en Müller kregen mogelijkheden, maar hun schoten gingen respectievelijk voorlangs en over.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “Darfalou breekt degradatiestrijd open, wordt Zwolse held in kraker bij Fortuna” (6 maart 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “Villarreal knikkert Bayern München met late treffer uit Champions League” (12 april 2022), NOS