Winder

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Win·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van he Duitse woord  Winter zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Winder es Winder Windre die Windre
datief me Winder em Winder Windre de Windre
accusatief en Winder es Winder Windre die Windre

Zelfstandig naamwoord

Winder, m

  1. (tijdrekening) winter
    «Selle Winder hemmer viel Schnee un Eis ghatt.»
    Deze winter hebben we veel sneeuw en ijs gehad.
Schrijfwijzen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

| width="1%" | | bgcolor="#f9f9f9" valign="top" style="border:1px solid #aaaaaa" cellpadding="5" |

| width="1%" | | bgcolor="#f9f9f9" valign="top" style="border:1px solid #aaaaaa" cellpadding="5" |

Opmerkingen