Verkaafer

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ver·kaa·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Verkaafer der Verkaafer Verkaafer die Verkaafer
datief em Verkaafer me Verkaafer Verkaafer de Verkaafer
accusatief en Verkaafer der Verkaafer Verkaafer die Verkaafer

Zelfstandig naamwoord

Verkaafer, m

  1. bediende, verkoper
    «Darrich der ganze Daag hot es ee paar Verkaafer datt gewwe.»
    Er zijn de hele dag een paar verkopers geweest.
Opmerkingen