zwoelheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwoel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwoelheid | zwoelheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zwoelheid v
- een erotisch geladen atmosfeer
- De ene wereld ademt de rokerige zwoelheid van de tangobar, de andere de ontsmettingslucht van het ziekenhuis.
Gangbaarheid
- Het woord zwoelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwoelheid" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be