zwitselbloem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwit·sel·bloem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwitsel en bloem [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwitselbloem | zwitselbloemen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord 'zwitselbloem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.